Een trekking door het noordwesten van Schotland richting Cape Wrath
Toen ik einde maart het Beaufortain massief in de Franse alpen achter mij liet na het begeleiden van een sneeuwschoentrekking waar diepe sneeuw en lawinedreiging ons parten speelde dacht ik dat mijn winter nu wel echt achter de rug was. Het was welletjes geweest, drie sneeuwschoenstages en een ski – pulka tocht in het hoge noorden boven Narvik hadden me genoeg sneeuwlandschappen met de daarbij horende uitdagingen voorgeschoteld.
My crazy wife from Benny Verberck on Vimeo.
Eens thuis was het dan ook lente met zalige temperaturen en de eerste Bbq liet niet lang op zich wachten. Ook na onze aankomst in Glasgow werd dit bevestigd door een zonnige stad met meisjes in jurken (met nog wel spierwitte benen maar we zitten wel in Schotland nietwaar?) en terrasjes vol genietende mensen. Fort William werd vlot bereikt met de bus en na een nacht in de B&B bussen we verder naar Alt a’Cruinn om onze tocht richting Cape Wrath, Schotlands meest noordwestelijke punt, verder te zetten.
De eerste kilometers zijn over gemakkelijke en geasfalteerde paden die we verleden jaar ook al hadden gelopen tot Morvich waar we toen afsloegen op de variante terug naar Fort William. Nu gaan we resoluut verder naar het noordwesten richting hoogste waterval van het Verenigd Koninkrijk, Falls of Glomach. Al na een halfuur na de afslag bevinden we ons terug in de prachtige Schotse wildernis met zijn mysterieuze wolkenpartijen en gevoel van desolaatheid. Het is niet al te koud en na een korte rustpauze merken we dat we gevolgd worden door nog een berugzakte man. We maken kennis met Laining, een Kiwi die 25 jaar geleden aanspoelde in Londen en nu terug de draad oppikt van zijn ooit turbulente bergwandelbestaan. We trekken anderhalve dag met de minzame man op en hij is dan ook één van de vier levende zielen die we op onze zeven dagen durende trekking tegenkomen. Eens aan de Falls aangekomen is het een beetje oppassen geblazen want het paadje naar de lookout is redelijk goed te vinden maar om verder te trekken komt de GPS goed van pas. Laining is blij dat hij kan aansluiten.
Our first camp from Benny Verberck on Vimeo.
Onze eerste nacht brengen we door naast de Strath Dulleach, een mooie rivier afgeboord met gele “grouse” = Hagedoorn. ’s Morgens is het al een pak somberder en als ik mijn hoofd uit de tent steek merk ik dat het sneeuwt. Dikke, natte, smeltende sneeuwvlokken toveren het landschap om naar een scene uit een verhaal van Lord of the Rings.
We trekken onze gore-tex spullen als bovenste laag aan en zwoegen met onze nog goed gevulde en zware rugzakken over de eerste cols van de dag. Als we terug zakken wordt het echt heel nat en we zijn blij dat we even kunnen schuilen in de Maoil bothy, een primitieve Schotse schuilhut. Het is heel koud en vochtig en we blijven niet lang stilzitten want we moeten nog een rivier oversteken en aan bruggen bouwen verspelen ze hier geen tijd. Oversteken blijkt dank zij de opgedane ervaring van verleden jaar niet al te moeilijk. Na 28 kilometer doemt de Torridon bergketen voor ons op met al zijn toppen in de sneeuw. Een machtig zicht wat ons doet afzien om af te zakken naar Strathcarron waar een hotel is. We kamperen boven, ver van de spoorweg en de niet echt drukke baan. Onze Kiwi neemt afscheid en daalt af.
Torridon, fourth campsite at the Ling hut (private climbers hut) from Benny Verberck on Vimeo.
De volgende dagen blijft de sneeuwval en snel opkomende mist ons parten spelen. Er zijn lange stukken zonder pad. Het zeer zompige terrein en de vele cols die we beklimmen maken het ons niet gemakkelijk. De sneeuw geeft ons toch een voordeel, zolang we op de sneeuw lopen zakken we niet in de zompige ondergrond waar je toch bijna bij elke stap tot 10 cm diep in de modder staat. Er wordt heel veel genavigeerd met de GPS want veel merkpunten zijn er niet. Het landschap is onaards, besneeuwde toppen die opdoemen boven wilde valleien waar de typische Schotse kleuren combineren met het heldere geel van de flora. We zitten regelmatig op ons tandvlees en mentaal is het ook zwaar. Het terrein geeft geen geschenkjes weg, alles is moeilijk begaanbaar en mijn rug uit zijn ongenoegen over de vochtigheid. Kampplaatsen zijn meestal in de ondiepste plassen en al onze kledij is vochtig tot kletsnat ondanks het goede materiaal dat we bij hebben.
Als we na een lange, natte sneeuwdag besluiten om toch eens in een bothy te slapen (Shenavall) , ontmoeten we John, een Britse klimmer die alleen in deze condities de locale munroes bestijgt. Hij is gepensioneerd vaatchirurg en beschikt over een zalige dosis Britse humor. Het is dan ook een enorme schok voor ons als hij ons vertelt over de aardbeving die ons geliefde Nepal trof. Onthutst vragen we hem de oren van het lijf maar veel weet hij ook niet. Toch overstuur gaan we slapen en moet ik regelmatig de muizen, die onze laatste etensresten proberen te stelen, uit de rugzakken verjagen.
Na 165 kilometer komen we aan in Ullapool. Nog maar net de laatse sneeuwvlagen achter ons gelaten, of de zon begint te schijnen. We checken in in een B&B, waar de eigenaar ons vreemd bekijkt als we hem uitleggen waarvan we komen. Het is nog voormiddag maar hij biedt ons toch een whisky aan, waarschijnlijk om onze geur uit zijn eigen neusgaten te weren. De volgende dag is het prachtig weer. We moeten echter terug bussen naar Fort William van waaruit we verder naar huis via Glasgow en Amsterdam reizen.
Deze keer waren de condities zwaarder dan verleden jaar. De sneeuw en regen gaven het een diepere dimensie en de soms onoverschrijdbare rivieren waren frustrerend. Ons materiaal heeft echt afgezien en lichamelijk was het toch ook een uitputtingsslag. De uitdaging is zeker de moeite, gezien de prachtige, wilde natuur, die Schotland te bieden heeft. Als de Schotse B&B eigenaar me met een meewarige blik vraagt “Did you enjoy that?” antwoord ik “every bloody inch of it…” De whisky achteraf maakte het plaatje af…
De schotten noemen hun land God’s own country, this can be for many reasons, most recently it has been due to the natural beauty of the country, in times gone past it was believed that Scotland was home to many God’s and this is where the name came from.
6 ½ dag
165 kilometer
Geen bevoorrading
6000 meter klimmen
6000 meter dalen
Stevig